Stripgedichten

Stripgedichten
Titel
Stripgedichten
Voor
po bovenbouw
Thema
Thema
Auteur
Marije Uijtdehaage
Inspiratiebron
Willy van der Steen
Extra benodigdheden
Stapel kranten, scharen, lijm, A4 papier, pennen, afbeeldingen (van schilderijen, afbeeldingen gevonden op internet of illustraties uit kinderboeken.
Tijdsduur
100
Schrijfopdrachten

7. Schrijfopdracht:
Lees alles wat je opschreef nog eens door.

  • Zet een streep onder de woorden en zinnen die jij mooi vindt.
  • Pak een nieuw vel papier. Ook dit is een kladversie.
  • Vouw het papier twee maal, zodat je vier vakken hebt.
  • Ieder vak is een deel van je gedicht. De vier delen zijn onderverdeeld in: een handeling, een vraag, een beschrijving van je personage of de omgeving, de vierde mag je zelf verzinnen.
  • De volgorde waarin je deze delen inzet, mag je zelf bepalen. Je kunt beginnen met een vraag, maar ook eindigen. In elk vak komen twee tot vier dichtregels. Deze rijmen niet.
  • Schrijf een kladversie van je gedicht. Gebruik zoveel mogelijk van de onderstreepte woorden en zinnen.
    Bespreek de eerste versie klassikaal, in tweetallen of met de docent. Herschrijf dat wat beter kan. Schrijf de titel (met alliteratie) erboven.- Schrijf je nette versie.

Optie
- Vier tekeningen bij de teksten maken.