Gemaakt door één, gevoeld door allen

Neele Dijkstra

Over gedichten van Ilja Leonard Pfeijffer.

Gemaakt door één, gevoeld door allen. Er zijn maar weinig dingen van jou alleen. Wat je hoort, wat je leest: die dingen deel je met anderen.
Het geluid van een vogel klinkt voor iedereen hetzelfde,  maar het gaat om het gevoel dat je daarbij krijgt: dát is persoonlijk. Gevoelens zijn van  jou alleen.
Zo gaat het ook met poëzie. Een tekst is een tekst. In een verhaal staat er wat er staat, maar bij een gedicht gaat het om het gevoel dat je erbij krijgt. Bijvoorbeeld bij het gedicht ‘Air’ van Ilja Leonard Pfeijffer.

AIR

niet is het een bange hand die klampt en keelt het is een
wonderlijke hand jouw hand die mij 
heel streelt  en zon oplegt

niet is het zoenen jouw zoenen maar spreken van dier
tot dier tot het zomer is en heuvels zingen

niet zijn het de heuvels die mij doen klimmen en dalen
op de lange reis over zeven continenten van jouw lijf
het is een soort vliegen op witte wolken
van jouw lijf en het is en het is jouw zijn

want niet is het vliegen dit vliegen
niet is het mij zijn dit heel zijn
het is mij zijn en jou zijn en zon zijn

ILJA LEONARD PFEIJFFER

Als je het zou lezen omdat je je wilt inleven in een avontuur, zal je er niet veel snappen. 
Maar wanneer ik het lees terwijl ik me open stel en het interpreteer als een wolk emoties, wordt de betekenis opeens duidelijk. Dit is een gedicht vol gevoel, met metaforen waar ik even over na moet denken. Het doet me denken aan verliefdheid en aan de storm van verschillende emoties die je soms kunt voelen, maar die haast onbeschrijflijk zijn. Ik denk dat het gedicht daarom enigszins warrig aandoet.
Ilja Leonard Pfeijffer is ook de dichter van mijn tweede gedicht,

Geen haiku

vlinder in de trein
mijn god dacht ik als daar maar
geen haiku van komt


ILJA LEONARD PFEIJFFER

Dit gedicht bevat geen metaforen en er zit humor in. Na het lezen van dit gedicht barstte ik meteen in lachen uit. Het is zo’n absurd gedicht dat ik me afvraag wat de dichter er precies mee bedoelt.
Voor mij gaat het in ieder geval over de typische onderwerpen van poëzie zoals vlinders en zweverige gevoelens, die iets teveel worden gebruikt.

Bij sommige gedichten is het meteen duidelijk dat de dichter iets zag waarvan hij dacht: 
”hier kan ik een goed gedicht over maken want dit is een echt gedichten-onderwerp.”

De gedichten spreken elkaar dus enigszins tegen, want het onderwerp van het eerste gedicht is juist zo’n onderwerp wat het tweede gedicht bespot.

Poëzie moet een emotie bij je teweeg brengen, of dat nou liefde is of vrolijkheid, verdriet of woede. 
Zo wordt het gedicht van iedereen, hoewel er maar één is die het geschreven heeft.

Neele Dijkstra 
RSG Magister Sneek