Logica

Anne

Er stapt een man in een auto
verricht de nodige handelingen
voor het rijden
en rijdt
daarna
dan ook
inderdaad
weg

Een onlogische logica geeft K. Schippers aan mij weer met dit gedicht. Ik verwachtte na het lezen van de eerste zin een heel diepzinnige tekst of een avontuurlijke en schokkende plottwist. Echter verliep het gedicht niet zoals ik het verwachtte, volgens de normale logica.

Het gedicht wordt voor persoonlijke interpretatie vatbaar door de ruimte die de schrijver overlaat voor eigen verbeelding. Zoals het mij doet denken aan mijn moeders zoektocht naar die kalmte en helderheid in haar lichaam en geest. Door middel van het verhaal van mijn moeder raakt de schrijver mij met zijn zoektocht naar die gewaarwording van het normale.

Ik ben nog jong. Een ijsbaan is het leven.
De benen zweven en de zinnen zweven.
Vioolmuziek klinkt uit een megafoon.

De sneeuw maakt van de wereld een stilleven.
Ik tintel en ik draag een koningskroon.

In tegenstelling tot Schippers komt Gerrit Komrij Komrij in het gedicht ‘In het ondermaanse’ vervreemd over. Hij neemt gekende zaken en mixt die met ongewone situaties. Hij creëert een nieuwe wereld van mogelijkheden en laat mij ongemakkelijk achter met het normale. Mijn kleine zus verzon vroeger andere woorden voor normale zaken. Zo werd de kaas de olifant, de fiets werd de pop en spelen werd koken. Dit leidde dan tot van die leuke abnormale zinnen zoals ‘Mag ik met mijn vriendinnetje koken op de pop?’ ‘Is er nog olifant in de frigo’ De schrijver van dit gedicht brengt mij terug naar die momenten van kinderlijke vrijheid, waardoor ik de schrijver niet volledig hoef te begrijpen om van dit gedicht te kunnen genieten.

Schippers en Komrij stellen mij door middel van deze gedichten vragen waarop ik het antwoord niet weet, ze vernielen het kader waar ik buiten moet denken en laten niets over.
Een wereld waar nog niets in bestaat, en alles in vraag gesteld wordt, creëren zij voor mij. Graag wil ik onwetend blijven over de schrijver en zijn bedoelingen en gedachten tijdens het schrijven. Een gedicht voor interpretatie vatbaar, dat is kunst. Zodat ik de poëzie kan aanvullen met mijn verhalen. Hun kunst wordt mijn kunst. Zodat dan mijn kunst hun kunst weer kan worden.