Ongeluk

Eduard

Ik hield haar hand en zong de liedjes mee.

Martinus Nijhoff herinnert zich in zijn gedicht Moeder de goede tijden die hij samen met zijn moeder had. Ik denk dat hij daar weer naar toe wil. Wie niet eigenlijk? Ikzelf zou soms ook weer een klein kind willen zijn.
dat was de meest zorgeloze tijd van mijn leven. De stem van mijn moeder horen was voor mij als klein jongetjes voldoende om me veilig te voelen.

Moeder van Nijhoff en Ik sla een hoek om van Hans Faverey roepen allebei gelijkaardige, sombere emoties op bij de lezer. Het eerste gaat over angst, onzekerheid en ouderdom. Het tweede over verlies en dood.
Moeder is ouder dan Ik sla een hoek om, dat zie je aan de spelling (zoals dooven met dubbel oo). Ook klinkt de taal van Nijhoff ouderwets, maar is daarom niet minder mooi. Wat vorm betreft is het gedicht van Faverey veel korter dan dat van Nijhoff. Faverey schrijft tweeregelige strofes en hij gebruikt geen rijm, Moeder van Nijhoff is een sonnet.

Poëzie moet mensen raken. Dat kan doordat een gedicht je doet denken aan een gebeurtenis uit je leven. Maar dat hoeft niet per se. Gedichten kunnen ook emoties oproepen die niets te maken hebben met een specifieke gebeurtenis. Moeder van Nijhoff is hier een prachtig voorbeeld van.

‘Ik sla een hoek om’. Het scheelde een haar of …mijn leven was voorbij. Op een ochtend wanneer ik naar school fiets en een hoek omsla, word ik omvergereden door een auto. Ik krijg een flinke klap. De chauffeur pleegt vluchtmisdrijf. Daar sta -of beter lig- ik met mijn mond vol tanden.
Wat moet ik doen? Ik blijf een tijdje liggen. Hoe lang weet ik niet meer precies. ‘Houd ik mijn hart vast?’ Een oudere man helpt me op te staan. ‘Ik tref een hand aan. Zo verschrompelt een roos.’ Als ik weer op mijn benen sta, duizel ik.

Zo huivert een kamer,
 kantelt een stad.

Ik sla een hoek om van Faverey is een metafoor voor het ongeval dat ik had. Zowat elke regel roept bij mij weer de gevoelens van angst, verwarring, onzekerheid op, die mij op dat moment overvielen.

Ik sla een hoek om.
Zo bijt een beitel.

Ik tref een hand aan.
Zo verschrompelt een roos.

In tegenstelling tot Ik sla een hoek om van Faverey heeft het gedicht Moeder van Nijhoff niets te maken met een specifieke gebeurtenis in mijn leven. Het is daarentegen een gedicht dat voor iedereen geldt. Niemand blijft immers eeuwig leven en iedereen verliest vroeg of laat zijn moeder.
Het is een droevig maar ook heel mooi gedicht. Vooral deze strofe bepaalt de trieste sfeer:

Ze ligt in ’t graf met het gelaat naar boven,
Donkere moeder, wieg haar lichaam warm,
Zie, als een kind ligt zij naakt in uw schoot -

Ook de eerste strofe raakte me:

We liepen samen dikwijls langs de stranden
Als ’t  avond werd. Dan zong ze naast de zee -
Ik, kleine jongen, die haar stem zoo kende,
Ik hield haar hand en zong de liedjes mee.

Eduard
klas 5 Aso- Lyceum Deurne
Debat & Essay 2020