Over Voor een dag van morgen van Hans Andreus en Opa van Willem Wilmink

Anouar El Atmioui

Een essay schrijven, een moeilijke opdracht die moeizaam begint. Of een gedicht persoonlijk is daar twijfel ik niet over…  Al zijn er her en der woordenwisselingen over. 

Waar het om gaat is dat de opvattingen over een gedicht heel verschillend kunnen zijn, iedereen maakt daar zijn eigen beeld of karikatuur van. Soms maakt de mens goede en slechte tijden mee, 
iedereen denkt soms wel aan de dood en wat er daarna zal gebeuren, of stop het na de dood ? 
We zullen het weten als we het zelf meemaken.

Het gedicht dat me beste gevoel gaf over de realiteit en het denken aan morgen (dat nog een vraag is) is Voor een dag van morgen van Hans Andreus. 

Voor een dag van morgen
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.

Hans Andreus


De mens wil nooit geloven dat de dood elk moment kan komen. Toch weet iedereen dat de dood ooit zal komen. Niemand wil er iets mee te maken hebben, niemand weet zeker hoe het zal aflopen, mensen houden zich vast aan hun geloof. 
Mensen die zich te diep inleven in hun geloof en de alledaagse samenleving achter zich houden, zijn verkeerd bezig. Geloof dat de dood komt, en zeg het aan de bomen.

Een ontroerend gedicht vind ik  Opa van Willem Wilmink. 
Vaak wordt er gezegd dat de leeftijd enkel een cijfer is. Zoals ik boven heb vermeld, willen de mensen de realiteit graag verbergen. Ze willen een Ideale Wereld creëren waar de realiteit onder een hoop bladeren wordt bedekt. Toch zal de wind na een welbepaalde tijd de hoop bladeren wegblazen. 
Het komt aan als een harde klap in het gezicht.

Oudere mensen worden dement en kunnen niet meer helder nadenken, ze gaan aspecten zien die er helemaal niet zijn. Zoals in het gedicht gezegd wordt : 

Opa

Opa keek vaak in onze tuin
naar die zeven sprietjes gras,
en daar zag opa dan een koe
die er helemaal niet was.

En later, in het ziekenhuis,
kon hij verwonderd vragen 
waarom ze toch de buitenmuur
uit zijn kamer hadden geslagen.

Voor opa was het doodgaan
dus niet zoiets als nacht:
het was de steeds grotere ruimte
die hij voor zichzelf had bedacht.

Willem Wilmink

De opa wist dat hij doodging en bedacht voor zichzelf een ruimte waar hou zou kunnen verblijven 
om op het onverwachte voorbereid te zijn.
Gedichten kunnen mensen helpen om zich te verzoenen met de werkelijkheid.

Anouar El Atmioui, klas 5BI
Stedelijk lyceum Waterbaan