VRAAG EN ANTWOORD

Jens de Wilde
Over Voor wie ik liefheb.. van Neeltje Maria Min 
en Ik noem je etc  van  Jan Hanlo


Vraag en antwoord

Opmerkelijk. 
Opmerkelijk is het feit hoe twee gedichten uit een verschillende tijd toch zo op elkaar kunnen lijken. 
Ze lijken wel  ‘gemaakt’ voor elkaar. De ene stelt een vraag, de andere biedt een antwoord, zo nauwkeurig dat het niet meer reëel is. 
Probeer het je even voor te stellen: we voegen vraag en antwoord samen en creëren op die manier een nieuw werk.

mijn moeder is mijn naam vergeten, 
mijn kind weet nog niet hoe ik heet. 
Hoe moet ik mij geborgen weten? 

Noem mij, bevestig mijn bestaan, 
laat mijn naam zijn als een keten. 
Noem mij, noem mij, spreek mij aan, 
o, noem mij bij mijn diepste naam. 

Voor wie ik liefheb, wil ik heten. 

Neeltje Maria Min 

Het eerste gedicht,  van Neeltje Maria Min, herbergt de twijfelende onwetendheid. 
Terwijl het tweede gedicht, ‘Ik noem je etc.’ van Jan Hanlo, de onthulling kan bieden. 

IK NOEM JE ETC.

ik noem je: bloemen
ik noem je: merel in de vroegte
ik noem je: mooi
ik noem je: narcissen in de nacht 
waar overheen de wind strijkt
naar mij toe
ik noem je: bloemen in de nacht

Jan Hanlo 

Beide gedichten spreken me oprecht aan, maar moest ik een keuze maken, dan kies ik voor het eerste gedicht.  Ik houd van poëzie die vragen opwekt, dan heb je de vrijheid om die zelf te beantwoorden, zelf in te vullen. 
Vooral de laatste regel blijft in mijn hoofd rondspoken, tussen de memoires van mijn jeugd. 
‘Voor wie ik liefheb, wil ik heten’’.  

Voor ieder die ik liefheb, ieder die me aanvaardt zoals ik ben, zal ik de naam hebben die ik zelf wil hebben. En dan noemen ze me maar hoe ze willen. 
Want ik heet, en noem niet.

Jens de Wilde, 6de klas 
Atheneum Gentbrugge