Kreeft

Ik staar naar de vissen in de zee
Voel kriebels in mijn buik

Mijn handen worden grijpers
Ik krijg zes poten
Ik moet kruipen
En ik krimp
Ik word zo rood als de ochtendzon

Ik snak naar water
Ik loop de zee in

De kwallen zwemmen dansend om mij heen
Zo ver als ik kan kijken

Het is alsof mij dit vaker overkomt
De kreeft ontwaakt diep in mij

Ik kruip over de zeebodem
Alsof dit de zandbak is

De trek wordt mij de baas
Ik weet niet waarin 

Een inktvis telt zijn tentakels in een hoekje

Ik zie een garnaal
En grijp hem met mijn enorme grijpers

Eet hem op, zo lekker
Zo lekker                        

Inspiratiebron: Marije Langelaar
 

Aron (1e prijs)
De Smaragd