Gedichten lezen en schrijven met kinderen

zz
Titel
Gedichten lezen en schrijven met kinderen
Voor
po bovenbouw
Thema
Basisles
Auteur
Jos van Hest
Inspiratiebron
9 gedichten van jeugdschrijvers/dichters
Onderwerpen en activiteiten
Instructie, lezen, zelf schrijven, presenteren aan elkaar
Extra benodigdheden
pen en papier
Tijdsduur
90
OZO HEPPIE van Joke van Leeuwen

Ozo heppie 

Ik voel me ozo heppie, 
zo heppie deze dag 
en als je vraagt: wat heppie 
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag, 
heppie nooit dat heppieje 
dat ik hep vandaag? 

1
Lees het gedichtje van Joke van Leeuwen voor. Vraag welk kind het ook wil voorlezen. Er is een liedje met deze tekst. Kennen de kinderen dat? Praat met elkaar over het woord heppie. Wat is dat? Wanneer voel je je heppie?  


Verzamel samen op het bord andere woorden voor heppie: gelukkig, vrolijk, enzovoort. Verzamel woorden voor het omgekeerde van heppi: verdrietig, droevig, rot, enzovoort. Verzamel ook andere woorden die aangeven hoe je je kunt voelen: van boos tot stil, van driftig tot landerig. 

3
De kinderen kiezen een gevoelswoord van het bord en schrijven dat op een kladblaadje. Ze bedenken minstens vijf zelfstandige naamwoorden die beginnen met de beginletter van hun gevoelswoord. (In sommige groepen is het goed om dat eerst gezamenlijk te doen. Sommige kinderen weten wat een zelfstandig naamwoord is, voor anderen moet het uitgelegd worden: een woord waar je een voor kunt zetten.) Het is leuk als er bij het rijtje zelfstandige naamwoorden ook een dier zit. 
Vrolijk: vogel, vaas, vriendje, vink, voet, enzovoort. 

4
Op een soortgelijke manier schrijven de kinderen bij hun beginletter een paar bijvoeglijk naamwoorden en werkwoorden. 
Vrolijk: vies, vurig, vlammend, enzovoort.
Vrolijk: vinden, vergeten, verliezen, varen, enzovoort. 
In de bovenbouw kunnen de kinderen ook op zoek gaan naar woorden in het woordenboek. 

5
Vraag de kinderen om een regel op te schrijven die net als in het gedicht van Joke van Leeuwen begint met Ik voel me …  en waar ze hun gevoelswoord op laten volgen. Doe zelf als ondersteuning en inspiratie op het bord mee met een beginletter die niemand heeft. Bijvoorbeeld: 
Ik voel me zenuwachtig

6
In regel 2 schrijven de kinderen 
zo … als een … 
Ze herhalen hun gevoelswoord en vullen een zelfstandig naamwoord in van hun lijstje. Bijvoorbeeld:  
zo zenuwachtig als een zeeslak

7
In regel 3 herhalen ze hun zelfstandig naamwoord en zetten er een bijvoeglijk naamwoord voor: 
zo zenuwachtig als een zoute zeeslak 

8
Regel 4 is een korte regel die begint met die of dat en waarin nog een ander woord zit dat met dezelfde klank begint: 
die moet afzwemmen in de zoute zee

9
Regel 5 wordt ingevuld naar eigen keuze. Graag met een woord dat begint met dezelfde klank. 
in de zoute zuidzee

10 
Als slot worden regel 1 en 2 herhaald als regel 6 en 7.
Ik voel me zenuwachtig
zo zenuwachtig als een zeeslak 
Zo ontstaat er een gedichtje dat rond komt, zichzelf in de staart bijt, met regels die zich herhalen en met klanken die terugkomen. Een gedichtje dat klinkt als een muziekje. 


Ik voel me zo verlegen 
zo verlegen als een vis 
een vis met vier verlegen vinnen 
die met zijn vier vinnen viool moet spelen 
op een visviool 
ik voel me zo verlegen 
zo verlegen als een vis

Jenny, groep 5 


Ik voel me gezellig 
zo gezellig als een grapje 
een geinig grapje van hahaha 
een geinig grapje van hihihi 
zo hahahagezellig 
als een hihihigrapje 
zo gezellig voel ik me 

Jeffrey, groep 5 

Op de opdrachten per regel kan natuurlijk gevarieerd worden. Sommige kinderen vinden het heerlijk om precies te weten wat ze moeten doen; anderen bedenken liever zelf wat en gaan hun eigen gang.