Foto Jaques Brooijmans

Jacques Brooijmans: essaylessen bovenbouw VWO

School der Poëzie-docent Jacques Brooijmans geeft poëzie-essaylessen aan bovenbouw leerlingen VWO in Nederland en België. Lees hier hoe hij zijn lessen aanpakt en waar de leerlingen zoal over schrijven.


"Ter voorbereiding lezen we in de klas altijd gedichten waarop de leerlingen reageren met behulp van allerlei begrippen die met poëzie te maken hebben. Vervolgens krijgen ze een instructie waarmee ze aan de slag gaan. De bedoeling is dat ze een korte beschouwing schrijven van ongeveer 250 woorden, zo persoonlijk mogelijk. Die gedichten geven kleur aan wat de leerlingen te vertellen hebben. Ze kunnen twee kanten van een onderwerp illustreren, of een specifieke tegenstelling in de poëzie benadrukken, bijvoorbeeld abstract-concreet, klassiek -modern, tijdloos-tijdgebonden, toegankelijk-ontoegankelijk. De leerlingen gebruiken allerlei ingrediënten en kunnen hun eigen mix maken.

Dit jaar hebben we ook online gewerkt, in twee rondes van elk een lesuur. De eerste keer kregen de leerlingen na elk gedicht de tijd om drie vragen te beantwoorden: wat is je persoonlijke verbinding met het gedicht, welke begrippen verbind je ermee, en wat is voor jou de kern van dit gedicht. Zo konden ze aan een manier van kijken gewend raken. We behandelden de instructie en ik interviewde een paar leerlingen over de keuze van hun eerste gedicht. Vervolgens schreven de leerlingen een eerste versie van hun essay die we een of twee weken later naliepen met behulp van een checklist. Daarin besteden we aandacht aan zaken als de opbouw, de schrijfstijl, de verwerking van de gedichten, het begin en het einde van het essay, eigenheid. Het belangrijkste is en blijft altijd de persoonlijke invalshoek, de persoonlijke toon van het essay.
 
De instructie voor de opdracht is in de loop van de tijd wat verdiept. De nadruk op het persoonlijke is steeds belangrijker geworden. Dat is ook een ontwikkeling binnen het genre essay zelf. De essays zijn gemiddeld genomen interessanter en prettiger leesbaar geworden, mede doordat we allerlei valkuilen nu beter doorhebben, zoals de keuze van slappe gedichten. Inmiddels gebruiken we een eigen bundel die we elk jaar bijstellen en waaruit leerlingen beide gedichten mogen kiezen. De schoolsheid is er steeds meer afgegaan. Dit jaar is de checklist nieuw, ik kan me voorstellen dat die gaat overleven. Net weer een andere manier van kijken. Nu maak ik de leerlingen ook bewuster van de lezer, van een kritisch, ander oog. Het essay moet interessant zijn voor anderen, niet zomaar een opdrachtje waarvoor je punten kunt krijgen als je het slim aanpakt.
 
Een essay is in mijn ogen geslaagd als er een eigen toon doorklinkt, in een aansprekende stijl geschreven is en een sterke samenhang heeft. Je merkt al snel of iemand wat te vertellen heeft en er niet een brave, schoolse invuloefening van heeft gemaakt. Dat laatste proberen we in hoge mate ontmoedigen. We besteden ook altijd speciale aandacht aan de opening – hoe grijp je de lezer vanaf het begin bij de lurven? Met dat persoonlijke detail, die heel particuliere levensvraag bijvoorbeeld. 
 
Vorig jaar zijn er ook nog veel essays geschreven nadat corona was uitgebroken. Dat was toen direct te merken, het ging veel over afstand houden en elkaar niet mogen en kunnen aanraken. Ook dit jaar speelt het, maar alweer meer verscholen in andere onderwerpen, wat indirecter. Ik ben tot nu toe wel een aantal essays tegengekomen waarin identiteit een grote rol speelt. Onzekerheid daarover vooral, iedereen heeft de kans gehad om over zichzelf en het leven na te denken, over wat betekenis heeft en hoe jijzelf daaraan vorm kan en wil geven.
 
Ik kom heel regelmatig essays tegen, elk seizoen weer en ook dit jaar, waarin leerlingen expliciet verwoorden dat ze aangenaam verrast zijn door de zeggingskracht van poëzie. De nadruk op de persoonlijke verbinding zou daar een rol in kunnen spelen. Niet iedereen heeft hetzelfde talent om direct ervaringen en gedachten in een soepel lopend, samenhangend geheel te verwerken maar wat verreweg de meesten wel doen is heel bewust twee gedichten kiezen en hun keuze verantwoorden. Soms nog iets te los van elkaar, die samenhang is weer een stap verder maar de meesten kiezen wel gedichten die aanspreken en maken dat ook aannemelijk.

Er zijn ook altijd leerlingen die laten weten weinig affiniteit met poëzie te hebben maar als ze dat eenmaal kwijt zijn best positief uit de hoek komen over wat ze zijn tegengekomen."